Kadernota 2026 vastgesteld

De gemeenteraad van Bergen heeft de Kadernota 2026 goedgekeurd. Dat is goed nieuws, aldus het college van burgemeester en wethouders. Met deze kadernota kiest de gemeente voor financiële stabiliteit en dus een buffer voor de komende jaren. Ook voor het naar 2028 doorgeschoven ravijnjaar. Dit is gelukt zonder het aantasten van voorzieningen voor inwoners en ondernemers.

Blijven investeren

We blijven de komende jaren investeren in voorzieningen voor inwoners en ondernemers in alle dorpen. Denk aan het versterken van sociale netwerken in onze dorpen, het bouwen van woningen, het verder versterken van het ondernemersklimaat en het verduurzamen van gebouwen. Ook komt er extra geld voor handhaving en betere besluitvorming. Zo werkt de gemeente Bergen door aan een toekomstbestendige gemeente. 

Grip op uitgaven

De gemeente heeft daarnaast goed gekeken waar binnen de organisatie kosten verlaagd kunnen worden. Zo zijn er maatregelen genomen om de uitgaven bij onder andere de GGD Hollands Noorden, Zaffier en de BUCH-werkorganisatie te beperken. Ook is scherp gekeken of geld dat is gereserveerd voor bepaalde projecten ook echt uitgegeven wordt. Op deze manier houdt de gemeente grip op de uitgaven.

Kleine verhoging toeristenbelasting en parkeerkosten

Om de begroting op orde te houden, is besloten de toeristenbelasting en parkeerkosten iets te verhogen. Dat is noodzakelijk omdat de kosten voor jeugdzorg en andere taken van de gemeente stijgen, terwijl de gemeente daar steeds minder geld voor krijgt van het Rijk. 

In de praktijk betekent het dat de toeristenbelasting geleidelijk groeit naar een tarief van € 2,60 in 2026 en € 3,10 in 2029. Het parkeertarief gaat naar € 2,45 in 2026 en uiteindelijk € 2,85 in 2029.

College trots op resultaat

Wethouder Marco Wiesehahn-Vrijman (Financiën): “We hebben samen met de gemeenteraad goed gekeken waar we op kunnen besparen en waar we moeten investeren. Zo houden we onze financiën op orde en blijft de gemeente Bergen een fijne gemeente om in te wonen en te werken.”